Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid

Op 23 mei 2023 is de eerste tranche van wijziging van de Wet op de Publieke Gezondheid (WPG) aangenomen door de de Eerste Kamer. De volgende partijen stemden voor deze wetswijziging: SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, PvdA, Lid Gündoğan, D66, ChristenUnie, VVD en CDA. Deze partijen stemden tegen deze wetswijziging: PVV, PvdD, SGP, DENK, FVD, JA21, BBB, BIJ1, Groep Van Haga en Lid Omtzigt. Dit betekend dat de wetswijziging aangenomen is. De wet is inmiddels op 7 juni 2023 gepubliceerd in het staatsblad. U treft de publicatie van de wet in het staatsblad hier aan.

In oude wet was sprake een categorie A ziekte. Dit was de meest ernstige vorm van ziekte. In de nieuwe wet is de A ziektecategorie vervangen door categorie A1 en A2. Wat ook weer bijzonder is dat er gesproken wordt over de bestrijding van een directe dreiging van de ziekte. Dit was ook al het geval in de tijdelijke wet, welke hiervoor gold. Dit betekent dat er al maatregelen getroffen kunnen worden zonder dat er daadwerkelijk iets aan de hand is. Hierbij komt ook nog dat proportionaliteit en subsidiariteit nog niet onderzocht zijn van de maatregelen uit de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

Als een ziekte als A1 geclassificeerd worden komen er diverse extra bevoegdheden toe aan een voorzitter van de veiligheidsregio. Dit zijn: het opleggen van een last onder bestuursdwang indien iemand op basis van een algemene maatregel van bestuur ter isolatie of onderzoek dient te worden opgenomen (artikel 34 lid 4 WPG), het controleren van gebouwen bij een gegrond vermoeden van besmetting en het geven van voorschriften of sluiten van gebouwen (artikel 47 WPG), het eisen van een gezondheidsverklaring, indien op verzoek gevlogen wordt en een algemene verklaring voor luchtvoertuigen, indien de verklaring aanleiding geeft kunnen er aanvullende eisen mbt gezondheidstoestand vereist worden (artikel 51 WPG) zoals verplichten informatie geven ter voorkoming besmetting of infectie van bagage aan exploitant luchthaven/verplichting exploitant tot onderzoek van reizigers die een bedreiging kunnen vormen/verplichting exploitant voorschriften technisch hygiënisch aard/verplichting tot sluiten van terreinen of gebouwen (artikel 54 WPG), verplichten vervoersexploitant tot voorlichting/maatregelen technisch hygiënische aard/controleren vervoermiddel op besmetting/ontsmetting vervoermiddelen en vernietiging vectoren (artikel 55 WPG), lastonder bestuursdwang oftewel het verplicht moeten herstellen van acties of zaken (artikel 56 WPG).

Op grond van artikel 58d kunnen er op basis van ministeriële regeling noodbevoegdheden worden uitgevaardigd. Deze wijkt af van de ministeriële regeling in artikel 58c. De normale regeling is dat deze een week moet zijn voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hiervoor wordt als reden in artikel 58d aangegeven dat er sprake kan zijn van ernstige ontwrichting van de maatschappij of een directe dreiging daarvan, onverwijld handelen is noodzakelijk of een ministeriële regeling is niet toereikend. Voor deze noodbevoegdheid heeft de Tweede Kamer slechts 24 uur om deze tegen te houden en anders wordt deze automatisch geëffectueerd. De minister dient dan wel te motiveren waarom de noodbevoegdheid is toegepast. Deze regeling vervalt na 8 weken en kan steeds met 8 weken worden verlengd.

In aanvulling op het voorgaande krijgt de burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio nog meer bevoegdheden. Op grond artikel 58e kan er differentiatie, ontheffing of zogenaamd lokaal maatwerk worden verordend. Artikel 58j gaat over de zorgplicht met betrekking tot publieke plaatsen, waarbij de voorzitter van veiligheidsregio of de burgemeester een bevel of aanwijzingen kan geven indien: de veilige afstand niet in acht wordt genomen, indien verplichte hygiëne maatregelen of gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden opgevolgd, het al dan niet openstellen van publieke plaatsen, het niet of onder beperkte voorwaarden mogen organiseren van evenementen. Artikel 58k benoemt eigenlijk ook de meeste van de hiervoor benoemde zaken met betrekking tot besloten plaatsen met uitsluiting van de woning. Op grond van artikel 58L kan de burgemeester of voorzitter van de veiligheidsregio beëindiging van gedragingen of activiteiten bevelen en kan het bevel gegeven worden dat personen zich onmiddellijk moeten verwijderen. Artikel 58m geldt voor openbare plaatsen waar de burgemeester bevelen kan geven om ministeriële regelingen verplicht na te leven. Dit kan bijvoorbeeld zijn het houden van een veilige afstand of het dragen van een mondkapje. Artikel 58s handel er naar dat de voorzitter van de veiligheidsregio of burgemeester een uitzondering kan maken voor de thuisquarantaineplicht. Artikel 58v behandeld de bevoegdheid om benodigde gegevens bijvoorbeeld over medische staat te mogen verwerken. Artikel 58z en 58za regelt een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *